>Voor velen staat de term ‘kapitalisme’ voor een markteconomie, waarin mensen goederen kunnen kopen tegen een bepaalde prijs, die wordt bepaald door het mechanisme van vraag en aanbod. Maar als dat kapitalisme is, dan willen mensen die minder positief staan tegenover dit systeem ‘de markt’ dus afschaffen. Niet gek in die zin, dat socialisten door voorstanders van een markteconomie eng gevonden worden. Voor mij echter, is het kapitalisme een stuk enger dan het socialisme.
Onzichtbare hand
Kapitalisme behelst meer dan alleen een vrije markt. Het voornaamste verschil met andere systemen is dat in het kapitalisme private partijen de productiemiddelen in bezit hebben. Zij proberen winst te maken die ze zelf mogen houden. Dit winstoogmerk en privébezit van de productiemiddelen probeert men te rechtvaardigen door Adam Smith, volgens velen de grondlegger van de moderne economie, selectief te citeren. Adam Smith zei dat het maatschappelijk belang het beste gediend zou worden door individuen die hun eigen belang nastreven. De ‘onzichtbare hand’ noemde hij dit principe. Dat Adam Smith geen aanhanger was van laissez-faire kapitalisme wordt vaak vergeten of opzettelijk achterwege gelaten. Zo waarschuwde Smith ervoor dat sommige partijen wel eens te veel macht zouden kunnen krijgen als er geen regulering zou zijn, en pleitte hij voor bescherming van de arbeiders.
Geloven wij dat het nastreven van enkel en alleen ons eigen belang, de samenleving als geheel iets te bieden heeft? Ik niet. Ik denk ook niet dat het nastreven van het eigen belang door bijvoorbeeld bankiers, de samenleving veel goeds heeft opgeleverd. En als de theorie van de onzichtbare hand zou kloppen, hoe zit het dan met de ontbossing, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen, de toegenomen ongelijkheid en de groeiende armoede in de derde wereld? De aarde is simpelweg niet gediend bij mensen die alleen aan zichzelf denken.
Conflict
Een ander probleem met privaat bezit van productiemiddelen is, dat de macht komt te liggen bij een relatief kleine groep mensen, die beslissingen neemt over een veel grotere groep, namelijk de arbeiders. En dat terwijl zij tegengestelde belangen hebben. De bezitters van de productiemiddelen zijn uit op winstmaximalisatie, iets dat de arbeiders duur kan komen te staan. Als zij het doel van winstmaximalisatie koste wat het kost willen realiseren, zullen ze niet schromen het bedrijf te verplaatsen naar het buitenland waar arbeid goedkoper is, of het personeelsbestand drastisch te verkleinen. Ook zullen zij proberen de lonen niet te laten stijgen, of zelfs te laten dalen. Dit is dan ook gebeurd sinds de intrede van het neoliberalisme begin jaren ’80. Inkomens van de Amerikaanse huishoudens zijn de afgelopen dertig jaar gestagneerd of zelfs gedaald. Dat dit een ander belang is dan dat van de arbeider, hoef ik volgens mij niet uit te leggen.
Wat echter vaak vergeten wordt, is dat deze arbeiders tegelijkertijd ook consumenten zijn. De lonen zo laag mogelijk houden komt de economie dus niet ten goede. Zo ontstaat het probleem van tegenvallende vraag en daaruit voortvloeiende overcapaciteit. Om dit op te lossen zullen bedrijven zo snel mogelijk van hun overschot aan personeel proberen af te komen, wat het probleem alleen maar erger maakt. Want: werkloosheid leidt tot een kleiner besteedbaar inkomen, minder vraag, weer overcapaciteit en dus weer meer ontslagen. Een vicieuze cirkel dus.
Schuld
Een tijd lang hebben Amerikaanse regeringen, en in mindere mate regeringen in West-Europa, het effect van tegenvallende vraag weg weten te drukken door consumenten aan te sporen toch vooral geld te lenen. Dit hielp, en heeft eerdere recessies klein gehouden, waardoor het feest van overconsumptie kon doorgaan. Bovendien stegen de huizenprijzen tussen 2000 en 2005 in de VS zo’n 100% door het drastisch omlaagschroeven van de hypotheekrente, en in Nederland zelfs meer.
En toen ging het fout. Er waren teveel huizen gebouwd, waardoor de prijzen zakten en de rente omhoog schoot. Het besteedbaar inkomen ging omlaag, lenen werd bemoeilijkt door banken die niet meer zoveel durfden als voorheen, en een vraagcrisis was geboren. Bovendien zijn burgers spaarzamer geworden door het uitbreken van de economische crisis, wat het vraagtekort verergert.
Volgens mij is duidelijk dat de tegenstrijdige belangen van werkgevers en werknemers, één van de belangrijkste oorzaken is van de huidige economische neergang. Het aansporen van overheden om geld te lenen (gigantische hypotheken, creditcardschulden, etc.) heeft het effect van deze tegenstrijdige belangen alleen maar uitgesteld.
Bovendien hebben regeringen wel geld over voor banken, maar geen geld over voor het opzetten van projecten die werkgelegenheid bieden, zoals onderzoek naar nieuwe soorten energie, het ophogen van dijken en zoveel meer. Maar ook een beter openbaar vervoer, meer zorgpersoneel en beter onderwijs. Terwijl we best weten dat deze zaken dringend nodig zijn. Maar ja, over de publieke zaak hoor je de liefhebbers van het kapitalisme weinig.
Tijd dus, voor een alternatief!